Onderzoek

Door Eva Stoffels, Cavy Rescue Marumoto

Niet satijn (ca. 6 jaar), satijn met beginnende OD (4 jaar), satijn met gevorderde OD (2 jaar)

Let op de verschillen. De tibia (scheenbeen) van een niet-satijn cavia heeft een normaal mergkanaal: de donkere ruimte in het midden van het bot, aangegeven door een pijl. Deze structuur verdwijnt naarmate de ziekte vordert. Bij ernstige satijnziekte wordt het bot homogeen opgevuld met weefsel, zodat het mergkanaal verdwijnt.

------------------------------------------------------------------------------------------------------

Om meer inzicht te verkrijgen in deze processen hebben we de botten van overleden (satijn) caafjes onderzocht m.b.v. hoge resolutie CT scans (tomografische Röntgen beelden van het voorwerp: gemaakt in 2D schijven, waaruit men een 3D beeld kan reconstrueren). We hebben 4 cavia's onderzocht (post mortem): 2 niet-satijncavia's (ca. 6 en 3 jaar oud), overleden aan andere ziekten, 1 satijncavia (ca. 4 jaar) met OD (maar nog geen ernstige klachten), overleden aan een andere ziekte, en 1 satijcavia (ca. 2 jaar) met ernstige OD, overleden aan OD.

Hieronder ziet u de 3D reconstructie van een cavia achterbeen (scheenbeen, kniegewricht en dijbeen).

Niet satijn (ca. 6 jaar), satijn met beginnende OD (4 jaar), satijn met gevorderde OD (2 jaar)

Het is duidelijk dat de ziekte progressief de botstructuur aantast. De vervorming van het kniegewricht duidt op een ernstige artritis - het verklaart ook de pijn die OD patiënten moeten verduren. Het meest opvallende is echter de vorming van amorfe (poreuze) botmassa, en het ontstaan van gaatjes in het botoppervlak (zie onder). De nieuwe botmassa (rechter foto) doet ons denken aan bepaalde soorten botkanker bij mensen en andere dieren.

------------------------------------------------------------------------------------------------------

Op een dwarsdoorsnede-scan door het kniegewricht ziet men cystische laesies (typische grote kuilen, aangegeven door pijlen). De normale structuur van het trabeculaire bot is vervangen door amorfe (kalkrijke) eilanden en holtes.

------------------------------------------------------------------------------------------------------

Niet satijn (ca. 6 jaar), satijn met beginnende OD (4 jaar), satijn met gevorderde OD (2 jaar)

De veranderingen in de interne structuur van het bot zijn opmerkelijk. Hieronder ziet u een dwars doorsnede door het cavia onderbeen (midden in het scheenbeen). Het normale scheenbeen (in doorsnede) bestaat uit een vrij groot kalkarm (donker) mergkanaal, omringd door een vrij dun kalkrijk (wit) corticaal bot, zoals aangegeven door de pijlen. Corticaal bot wordt progressief vervangen door poreus bot (veel dikker dat de oorspronkelijke structuur); daarbij verdwijnt het mergkanaal. De botten worden dus "massief" (met ziekelijk weefsel), en ontdaan van merg. We kunnen ervan uit gaan dat bij ernstige OD de aanmaak van nieuwe bloedcellen ook ernstig zal afnemen.

------------------------------------------------------------------------------------------------------

Niet satijn (ca. 6 jaar), satijn met beginnende OD (4 jaar), satijn met gevorderde OD (2 jaar)

Hierboven vindt u de 3D reconstructie van een cavia schedel (linker zijaanzicht). Opnieuw zien we hier de progressieve degradatie van het bot: het botoppervlak wordt aangetast (kuilen) en de kaken lossen progressief op. De tanden blijven intact.

------------------------------------------------------------------------------------------------------

De gepresenteerde data zijn natuurlijk nog niet compleet. Op basis hiervan kan men slechts concluderen dat OD een chronische inflammatoire bot- en gewrichtaandoening is. We hebben de oorzaak van deze ontsteking echter nog niet gevonden. Gezien de aard van de botvervorming denken we aan een kwaadaardig proces (botkanker). Histologisch onderzoek zal daar een antwoord op moeten geven. Nieuwe inzichten van het lopende onderzoek zullen we hier melden.

------------------------------------------------------------------------------------------------------

DIAGNOSE

Ontstekingsprocessen ten gevolge van satijnziekte kunnen gedetecteerd worden d.m.v. een bloedtest, nog voordat de ziekte gevorderd is (dus voordat de botten ernstig aangetast worden en voordat de klachten optreden). Vraag uw dierenarts naar alkalische fosfatase isoenzyme (ALP-i) test (het zit in meeste bloedtestpakketten). Verhoogde niveau's van ALP-i duiden op pathologische veranderingen in het bot. Vergelijk de data met die van een gezonde (controle) cavia.